Vanavond verblijdde Reinoud mij met het volgende verslag van de wedstrijd van het eerste tegen Nunspeet, maandag 14 februari. Weliswaar door een Nunspeter geschreven, toch een perfect verslag. De bordbezetting was:
1. Erik van den Eijkel - Eile Dam 1/2
2. Henk Mondria - Menno ter Braak 1-0
3. Jan Nederpel - Bernard Holtrop 1/2
4. Gerard van Dorth - Reinoud Prins 1-0
5. Herman Warntjes - Hedzer Terpstra 0-1
6. Henk Straling - Piet van der Wal 1-0
7. Jean Paul van Dijk - Huub Dijk 0-1
8. Gerrit van Aalderen - Frans de Groot 1/2
Verder laat ik het woord aan de schrijver uit Nunspeet.
Bernard Holtrop. (Met dank aan Reinoud Prins)
Verslag van de thuiswedstrijd tegen Pegasus Zwolle
NUNSPEET – Een van de laatste drie wedstrijden moest worden gewonnen om te ontkomen aan het degradatiespook. Bij de eerste ervan was het gelukkig al raak: De Nunspeetse schakers wonnen van Pegasus uit Zwolle weliswaar nipt, maar toch….ze wonnen en stelden hun plek in de klasse 2A van de OSBO daardoor voor het volgend seizoen veilig.
Erik van den Eijkel bezette traditiegetrouw het eerste bord en met zwart spelend koos hij voor een Siciliaanse opening , waaruit hij toch met een enigszins gedrongen stelling te voorschijn kwam. Om ruimte te krijgen en het centrum van Wit op te lossen ruilde hij in het middenspel nogal wat stukken af en toen daarna ook de 4 torens van het bord verdwenen, hadden beiden nog hun dames met 2 lichte stukken en enkele pionnen over. Om Van den Eijkel niet in zijn spel te laten komen forceerde Wit tenslotte een dameruil, waarna een remisestelling op het bord kwam. De heren kwamen toen overeen het punt te delen.
Henk Mondria was aan bord 2 bijzonder goed op dreef. Hij kwam met wit heel goed uit een onregelmatige opening en kreeg een gedekte vrijpion op c6. Daarbij had zijn tegenstander een slechte loper en hijzelf een goede en alles overziende stond hij op de 20ste zet al gewonnen. Toen deed hij echter enkele minder succesvolle zetten en raakte hij al zijn voordeel weer kwijt, maar gelukkig brak voor hem een betere periode aan en kon hij met een combinatie, die over het hoofd werden gezien, materiaal winnen. Toen zijn tegenstander ook nog een blunder maakte, kreeg Mondria de witte vlag te zien.
Bord 3 werd bezet door Jan Nederpel, die bij de OSBO-wedstrijden na zijn verhuizing naar Zwolle nog steeds als een trouw lid zijn uiterste best doet om Nunspeet te helpen winnen. Hij kwam prima uit de opening, kreeg een heel goede aanval ook materieel gezien stond hij er goed voor maar toch ontwikkelde zich op het bord gaandeweg een stelling, die weinig winstperspectief bood. Daarom werd remise overeengekomen.
Gerard van Dorth speelde aan bord 4 met wit en ging met een aardige stelling en een pion voorsprong het middenspel in. In die fase van de partij schatte hij echter een afwikkeling naar een nog betere stelling niet goed in met als gevolg, dat zijn tegenstander een sterk loperpaar kreeg en hijzelf in de verdrukking kwam te staan. Hij zag zich op dat moment genoodzaakt een pion te op te offeren om meer ontwikkelingskansen te krijgen. Toen puntje bij paaltje kwam stond de Nunspeter in het eindspel slechter, hoewel een overwinning voor de ander er niet zo uitgesproken in zat. Toen zag Van Dorth, die er wel vaker blijkt van geeft een slimme schaker te zijn, een leuke afwikkeling. Hij bood Zwart aan zijn loper tegen een paard te ruilen, maar die wilde zijn stuk graag houden. Hij zag daarbij echter een matdreiging over het hoofd en dat was het begin van het einde. Hij moest het gevaar het hoofd bieden, maar hij raakte verzwakt. Hij zou nog een half punt in de wacht hebben kunnen slepen, als hij de mogelijkheid tot eeuwig schaak had aangegrepen, maar hij zag die niet. Zo haalde Van Dorth een belangrijk punt voor zijn team binnen.
Aan bord 5 speelde Herman Warntjes een goede partij. Toen zijn team al gewonnen had, bood hij direct remise aan, maar zijn tegenstander weigerde, want deze zag toch nog wat mogelijkheden, temeer omdat Warntjes al veel tijd verbruikt had, iets dat hem nog nooit was overkomen! Hij had daar dan ook geen ervaring mee en hij verloor wegens tijdoverschrijding.
Aan het volgende bord kwam Henk Straling met wit zo goed uit de opening, dat de partij eigenlijk al op de 9de zet beslist had kunnen zijn. Hij zag echter het klassieke loperoffer op f7, dat minimaal de kwaliteit, een toren tegen een loper zou opleveren. Nu werd een vergeefse aanval via de h-lijn ingezet. Zwart kon zich na de afruil van een aantal stukken van de druk ontdoen en het initiatief overnemen. Toch werd hij in het late middenspel verrast door een paardoffer, dat binnen enkele zetten leidde tot een snelle en beslissende koningsaanval, mede met behulp van de inmiddels ver opgerukte h-pion.
Jean Paul van Dijk liet het deze wedstrijd afweten. De anders zo succesrijke jongste speler kwam wel aardig maar niet geweldig uit de opening en kwam door de opmars van 2 witte centrumpionnen gedrukt te staan. Door een af en toe te snel spel met hier en daar een foutje kwam hij in materiaal achter te staan wat leidde tot verlies van de partij.
Aan het laatste bord verschafte Gerrit van Aalderen zich in de opening veel aanvalskansen, die vervolgens allemaal om zeep werden geholpen. Het verloop van de partij kenmerkte zich door ingewikkelde stellingen met in het eindspel een algehele afruil van stukken. De remise, die zijn tegenstander hem aanbood, accepteerde hij in de wetenschap, dat beide teams tot op dat ogenblik de stand in evenwicht hielden.
De overwinning was voor de zoveelste maal er een met het kleinst mogelijke verschil (4½-3½), maar van cruciaal belang voor het behoud van een plaats in klasse 2A van de OSBO.
Recente reacties