Dinsdag 8 oktober ontvingen we Zutphen 1 bij ons thuis. We hadden wat goed te maken na de vorige verliesmatch. Antal moesten we deze keer missen, invaller was Kees Pilon.
De tussenstand ging lang gelijk op, uiteindelijk kwamen we toch een half puntje tekort voor een gelijke uitslag.
Bovenstaande foto is gemaakt door Han. De spelers van Zutphen hebben ook een aantal foto’s gemaakt (zie beneden).
Bernard was als eerste klaar. Hij speelde met zwart aan het vijfde bord. De witspeler begon met d4 en er kwam een Indische verdediging op het bord met een voor wit wel opvallende pionstructuur.
Wit plaatste een paard op e5. Bernard vond dat die er af moest:
“Begijpelijk. Dat paard moet onmiddelijk weg anders krijgt het steun van het andere paard op f3. Maar was toch niet goed.
Beter was 11… a6 12. Ndf3 O-O”
Het paard op f6 ging naar e4:
“Samen met de tegenstander ook alle andere paardzetten bekeken. Ze waren alle niet goed.”
Op e7 en d2 werden stukken geruild. Wit had echter een tussenzetje, de loper ging van e7 naar d6 en viel de dame aan.
Bernard: “Rottig tussenzetje. Totaal overzien. Ik blijf een stuk achter met een waardeloze stelling.”
De tussenstand is 0 – 1.
Dennis speelde met wit aan het zesde bord tegen een Pirc-verdediging (d6) die later een Philidor-verdediging werd (e5). De variant heet de Zwarte Leeuw, bedacht door een Nederlander.
In zijn eigen woorden:
“Mijn tegenstander kwam goed uit de opening en na a5 op zet 13 voelde ik me genoodzaakt om een verzwakking van mijn pionnenstructuur toe te staan.”
“Mijn tegenstander veroverde mijn b3-pion 3 zetten later maar miste hier Pd5!”
“Hierdoor kon ik een eindspel forceren waarbij mijn torens net wat beter waren.”
De tussenstand is 1 – 1
Kees speelde aan het zevende bord met zwart het aangenomen Englund-gambiet (1. d4 e5 2. dxe5 d6).
Er ontstond een positie die best kansen bood.
In bovenstaande stelling kan zwart kiezen tussen slaan op d6 met de loper of slaan op b2 met de dame. In plaats daarvan werd het paard op f3 geruild. Nadien verslechterde de stelling verder, wit vond wel goede zetten, zwart niet altijd.
Kees in het kort: “Hier mijn partij van gisteren. Na de 23e zet van wit zag ik het niet meer zitten en gaf op.”
De tussenstand is 1 – 2
Uw verslaggever (Marcel) speelde aan het achtste bord met wit. Het paard van zwart werd naar c6 gespeeld, vergelijkbaar met de Chigorin-verdediging.
Mijn ervaring hiermee is dat het moeilijk is voor zwart om dit goed uit te spelen, wanneer wit gaat drukken op de halfopen c-lijn.
Ik kon wat pionnen snoepen op de damevleugel. Zwart had zeker kansen op de koningsvleugel, maar speelde vooral op de damevleugel, net als wit. Toen de witveldige lopers en een toren waren afgeruild en de pion naar a5 doorgeschoven werd gaf zwart op.
De tussenstand is 2 – 2
Han speelde met zwart aan het derde bord. De witspeler speelde c4 (Engels) en Han antwoorde met f5 (Hollands). In zijn eigen woorden:
“Ik speelde met zwart een soort Hollands, maar met dubbelpion (f-lijn) en een open g-lijn voor wit. Rond zet 17 gingen de dames er geforceerd af, maar mocht ik van Piet nog geen remise aanbieden.”
“Mijn tegenstander vertelde dat hij dat ook geweigerd zou hebben, en terecht want ik kwam heel gedrukt te staan in het eindspel. Op een tactisch gunstig moment (Marcel had net de stand in evenwicht gebracht en stonden we bij de overige partijen gemiddeld gunstig) remise aangeboden. Nu ging mijn tegenstander (1900+!) wel akkoord want hij was al in lichte tijdnood, terwijl ik nog een klein half uur had.”
De tussenstand is 2½ – 2½
Piet speelde aan het vierde bord met wit een Londen-opening. In zijn eigen woorden:
“De eerste opvallende zet is zet 8 van zwart. Hij speelt hier h5 waardoor ik dacht dat hij moeilijk nog kort kon rokeren. Gek genoeg is dit de sterkste zet van de computer en is het bedoeling om als zwart niet te rokeren maar met de koning naar g8 te lopen. Mijn doel is om zijn koningsvleugel te openen en dat doe ik door eerst al Le2 te spelen en daarna h3.”
“Op zet 10 zat ik te twijfelen over mijn voortzetting. Meteen aanvallen met het risico dat hij lang rokeert of eerst kijken wat mijn tegenstander doet. Bewust gekozen voor Dd2 als tussenzet. Zwart zet b5 en daarmee kan ik beginnen met de aanval op de koningsvleugel.”
“Zet 13 speel ik Lxg7 maar bleek niet nodig te zijn. Beter is hier meteen g4 te spelen en na hxg4, hxg4 en Lxe5, dxe5 moet zwart Le6 spelen gevolgd met f4 en dan staat er een mooie aanvallende pionnenstructuur. Na het afruilen van de lopers, speel ik g4 in zet 14 om de aanval op te zetten. Op zet 16 zet ik meteen f4. Zwart speelt Pf6 om de loper vrij te maken en om beter te kunnen verdedigen maar dit geeft wit wel de kans om dwingender op te spelen. De computer vindt Pb6 beter.”
“Zwart speelt b4 op zet 18 met het idee dat ik mijn paard moet verzetten maar dat is niet nodig. Ik schuif g5 door. Zwart kan hier gewoon Pg4 spelen omdat ik niet van de laatste lijn kan met mijn toren. Heb ik niet gezien maar mijn tegenstander ook niet en die speelt Pe8. Ondanks dat alles openligt, is het hier slechts +0,3. Ik doe gxf7 en laat mijn paard nog steeds in staan. Als zwart hier met de koning terugslaat is het meteen +2,3. Doet dat dan ook niet en speelt Pd6.”
“Op zet 21 maakt zwart de eerste grote fout met Th3 waardoor ik op +1,8 kom. Dit had Th2 moeten zijn. Nu wordt de e-pion aangevallen maar dat doet weinig waardoor ik besluit om actief te spelen met Pc5. Voordeel is hierbij dat ik de loper aanval en daarmee de dame dwing om op d8 te blijven. Toch is na Pc5 de beste zet voor zwart Dh8 met het idee dat na Pe4, Dh4 met schaak dodelijk is. Dit ziet zwart niet en gaat voor Txe3. Ik speel Kd2 om de toren weg te jagen en daarmee ook mijn toren en dame activeren. Vanaf hier speelt het vrij eenvoudig. De toren moet van h3 af om te voorkomen dat Pxd7, Dxd7, Lg4 gespeeld wordt met torenwinst. Dus de toren gaat terug. De zwarte loper moet het e6 veld dekken om geen familieschaak te krijgen.”
De tussenstand is 3½ – 2½
Gerwin speelde aan het eerste bord met zwart. Zijn korte samenvatting:
“Hierbij de hele partij (60 zetten) en de eerste 14 zetten in een leesbaar handschrift. Na zet 12 is het gebeurd, een oerdomme beginnersfout.”
Zwart speelt hier 12. … Pxe4?. Waarna 13. Pxe4 Lxe4 14. Pxe6 en zwart verliest materiaal.
De tussenstand is 3½ – 3½
Boen speelde aan het tweede bord met wit. In kenmerkende stijl werd het een scherpe partij waarbij de uitslag lang onduidelijk bleef.
In het eindspel besloot (of was het noodzaak?) Boen kwaliteit te geven voor het opruimen van de laatste pion van beide spelers en bood remise aan (afgeslagen).
De tegenstander zat onder de 2 minuten op de klok, Boen had er nog 20. Hij dacht echter dat hij nog 20 seconden had en vluggerde het uit. Met paard tegen toren leidde dit tot mat jammer genoeg.
De eindstand is 3½ – 4½
Bij Zutphen hebben ze een alleraardigst verslag staan:
https://schaakgenootschapzutphen.nl/extern/sos-8-team-1/2024-2025/535-zutphen-1-sos-wint-nipt-na-mythisch-eindspel-van-klaas
De volgende match is op donderdag 7 november uit tegen Zwolle Zuid.
Pegasus 1
|
Rating
|
S.G. Zutphen 1
|
Rating
|
Ronde 2
|
||
---|---|---|---|---|---|---|
Belt van de, G.W. (Gerwin) | 1930 | Molenaar, J. (Joseph) | 2034 | 0 – 1 | ||
Tan, H.B. (Boen) | 1856 | Hagendijk, K. (Klaas) | 1892 | 0 – 1 | ||
Hubers, J.L.A.G. (Han) | 1864 | Bassant, J. (Jesse) | 1986 | ½ – ½ | ||
Wal van der, P. (Piet) | 1846 | Baaren van, J.A. (Joris) | 2005 | 1 – 0 | ||
Holtrop, B.S. (Bernard) | 1760 | Kloppers, E. (Eric) | 1912 | 0 – 1 | ||
Willemsen, D.J. (Dennis) | 1828 | Teunisse, R.J. (Rob) | 1795 | 1 – 0 | ||
Pilon, C. (Kees) | 1748 | Dam van, N. (Nathan) | 1763 | 0 – 1 | ||
Pol, M. (Marcel) | 1736 | Hartman, M.G. (Marinus) | 1783 | 1 – 0 | ||
Gemiddelde Rating: | 1821 | Gemiddelde Rating: | 1896 | 3½-4½ |
Recente reacties